
Vanaf 1 januari 2026 worden cryptoaanbieders verplicht om gegevens van hun gebruikers te verzamelen, verifiëren en rapporteren aan de Belastingdienst. Het kabinet wil hiermee uitvoering geven aan de Europese richtlijn DAC8 over administratieve samenwerking op belastinggebied. Het voorstel is op 7 juli 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Gegevensuitwisseling op basis van EU-richtlijn
De verplichtingen vloeien voort uit Richtlijn (EU) 2023/2226, ook bekend als DAC8. Deze richtlijn is gericht op de automatische uitwisseling van inlichtingen over cryptoactiva tussen belastingautoriteiten van EU-lidstaten. Nederland implementeert deze richtlijn door aanpassing van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Cryptoaanbieders worden onder de nieuwe wetgeving verplicht om jaarlijks rapportage te doen over transacties van hun gebruikers, waaronder aankopen en betalingen met cryptoactiva. De eerste rapportage dient uiterlijk op 31 januari 2027 te zijn ingediend en heeft betrekking op het belastingjaar 2026. De Belastingdienst ontvangt ook informatie van aanbieders in andere EU-lidstaten over Nederlandse gebruikers.
Toezicht op box 3-bezit
De gegevens zijn bedoeld ter ondersteuning van het toezicht op de aangifte inkomstenbelasting. Cryptoactiva vallen in beginsel onder het box 3-vermogen, net als spaargeld en beleggingen. De ontvangen informatie wordt niet vooraf ingevuld in de belastingaangifte, maar kan door de Belastingdienst worden gebruikt om ingediende aangiften te controleren via risicoanalyses.
Hoge boetes bij niet-naleving
Bij niet-naleving van de rapportageverplichting kunnen bestuurlijke of strafrechtelijke boetes worden opgelegd. De maximale boete wordt verhoogd naar de zesde categorie, wat per 1 januari 2024 neerkomt op maximaal € 1.030.000. Het kabinet acht deze verhoging noodzakelijk om de sancties voldoende afschrikwekkend te maken, met name gezien de financiële slagkracht van veel cryptoaanbieders.
Het onderscheid tussen strafbare overtredingen en misdrijven vervalt in de boetemaxima. Wel blijft verschil bestaan in de sancties die kunnen worden opgelegd: bij misdrijven is een gevangenisstraf tot vier jaar mogelijk, bij overtredingen maximaal zes maanden hechtenis.
Implementatie en handhaving
De Belastingdienst verwacht dat de implementatie structureel circa 126 fte aan extra capaciteit vergt. De uitvoeringstoets wijst erop dat de regelgeving slechts beperkt aansluit op nationale processen, waardoor informatie niet automatisch gebruikt kan worden voor vooraf ingevulde aangiften. Wel wordt voorzien in voorlichting, handleidingen en een klankbordgroep met marktpartijen.
De bewaartermijn van de gegevens wordt vastgesteld op twaalf jaar, conform de selectielijst van de Belastingdienst en de Archiefwet. De minimale bewaartermijn van vijf jaar is daarmee gedekt. De maximale bewaartermijn wordt op termijn expliciet opgenomen in de wet.
De wet moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn geïmplementeerd.
Wil je meer weten over de fiscale aspecten van cryptovaluta?

