Een echtpaar probeerde in 2013 en 2014 onder 1,2% belastingheffing uit te komen door elkaars vermogen volledig aan de ander toe te rekenen bij de IB-aangifte. De door de fiscus opgelegde vergrijpboetes blijven in stand zo oordeelt de rechtbank Noord-Holland.
Fiscus alert
De twee deden apart van elkaar aangifte maar wel in samenspraak. Gezamenlijk hadden ze in die jaren een box-3 vermogen van meer dan € 500.000. In de aangiften gaven ze beide een opsomming van gezamenlijke bezittingen en schulden. De vrouw gaf daarbij aan dat het gezamenlijke voordeel uit sparen en beleggen voor haar nihil was. De man deed precies het omgekeerde.
In de jaren daarvoor namen de twee wel beide de helft van het vermogen voor eigen rekening. Maar de Belastingdienst lette goed op en legde navorderingsaanslagen op. Bij beide wordt de helft van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen in aanmerking genomen. Met als gevolg vergrijpboetes van 50% omdat het inkomen hoger is dan eerder vastgesteld. Ondanks dat de fiscus de boetes verlaagt tot 25% probeert het echtpaar via de rechter onder de boetes uit te komen.
Invulinstructies en hulpteksten
De twee beargumenteren dat de aangiften op zichzelf beschouwd niet onjuist zijn. Ze zouden de invulinstructies en hulpteksten van het aangifteprogramma van de fiscus hebben opgevolgd. Dit mankement van het aangifteprogramma is dan ook niet hun fout stellen ze. En dus is er geen sprake van grove schuld. Daarbij zou de fiscus in een korte tijd vier keer een boete hebben opgelegd voor hetzelfde feit, oftewel het ‘ne bis in idem-beginsel’.
Volgens de Belastingdienst wist het echtpaar dat over een dergelijk vermogen belasting wordt geheven. Ook hadden de twee moeten realiseren dat het aangifteprogramma de verdelingsfout niet kan herkennen omdat de aangifte niet gezamenlijk is gedaan. De boetes zijn volgens de fiscus opgelegd aan verschillende personen en voor verschillende jaren.
Onderlinge verhouding
Volgens de rechtbank moeten partners samen één onderlinge verhouding kiezen bij het doen van aangifte. Een keuze waarbij één van de partners voor zichzelf een verdeling kiest, die niet spoort met de verdeling die de andere partner kiest, is onjuist redeneert de rechtbank. De fiscus heeft dus terecht bij het opleggen van de navorderingsaanslagen bij ieder van de partners voor de helft in aanmerking genomen.
Daarbij speelt dat de echtpaar in eerdere jaren wel het vermogen onderling sluitend heeft verdeeld. Dat maakt het ongeloofwaardig dat de invulinstructies en hulpteksten bij het aangifteprogramma nu ineens de oorzaak zijn van onduidelijkheid. De boetes van 25% blijven dus staan, aldus de rechtbank.