Banken mogen nog geen gebruik maken van BSN-nummers in hun witwasonderzoek. Toegang tot de Basisregistratie Personen (BRP) en het UBO-register blijft vooralsnog uit. Een tegenvaller voor de banken. Met die bevoegdheden kunnen ze veel efficiënter onderzoek doen naar klanten en sneller financieel economische criminaliteit opsporen.
Gewichtig maatschappelijk belang
Minister Wopke Hoekstra van Financiën is het met de banken eens maar moet eerst langs de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De privacywaakhond vraagt eerst een onderbouwing van de noodzaak en wil weten waarom minder ingrijpende alternatieven niet voldoende zijn. Hoekstra is van mening dat het gebruik van BSN-nummers essentieel is om vast te stellen wie een persoon is maar de AP heeft hier zijn twijfels over, dat schrijft het FD.
Instellingen kunnen toegang krijgen tot de BRP wanneer er een gewichtig maatschappelijk belang is. De toezichthouder erkent dat het voorkomen en bestrijden van witwassen door instellingen met een poortwachtersfunctie hieronder kunnen vallen. Maar de knelpunten worden vooralsnog niet voldoende beschreven in de adviesaanvraag van de minister volgens de AP.
Niet efficiënt en effectief
Daarnaast vraagt de waakhond zich af of er geen alternatieven voorhanden zijn die minder privacygevoelig zijn voor de klanten. ZO kunnen instellingen bijvoorbeeld meer onderzoek doen naar belanghebbenden in een bedrijf. Naast banken zijn ook andere partijen als notarissen, advocaten en accountants verplicht om goed onderzoek te doen naar dun klanten om te voorkomen dat geld wordt witgewassen.
Maar de huidige aanpak is niet efficiënt en effectief. Daarom kwamen Minister Hoekstra en minister Grapperhaus afgelopen zomer met een plan om de aanpak van witwassen te verbeteren. De betrokken partijen gaan nu in overleg en voor de zomer van dit jaar ontvangt de Kamer weer een volgende rapportage over de voortgang, aldus het FD.