• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to footer

NextensNextens

Fiscaal partner van professionals

  • Advieskantoren
    • Fiscale software
      • Inkomstenbelasting
      • Omzetbelasting
      • Vennootschapsbelasting
      • Schenkbelasting en Erfbelasting
      • Dividendbelasting
      • Jaarrekening
      • Digitaal bezwaar
      • Alle producten
    • Fiscale Kennis
      • Fiscale AI assistent – Tex
      • Fiscale kennisbank – Naslag
      • Naslag internationaal
      • Belastingalmanakken
      • Vaktijdschriften
      • Alle producten
  • Bedrijfsleven
    • Fiscale Software + Kennis
      • Nextens Grip
      • Jaarrekening
      • Digitaal bezwaar
      • Alle producten bedrijven
    • Fiscale Kennis
      • Fiscale AI assistent – Tex
      • Naslag voor bedrijven
      • Grip internationaal
      • Alle producten bedrijven
  • Kennisbank
  • Nieuws
  • Over ons
    • Menu-item
      • Over Nextens
      • Werken bij Nextens
      • Verschijningsdata
      • Contact
    • Menu-item
      • Studio Nextens
      • Nextens Connect
      • Fiscale Kennisprijs
      • Partners
      • De auteurs van Nextens
  • Login
  • Offerte aanvragen
  • Login
Home Fiscaal nieuws NOB-commentaar Wet excessief lenen

Nieuws

Inkomen en vermogen

NOB-commentaar Wet excessief lenen

Bron: NOB24 aug 20203 min Leestijd

Het kabinet heeft vlak voor het zomerreces de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap ingediend, welke eerder in consultatie is geweest. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (hierna: de Orde) geeft commentaar en heeft begrip voor de wens van het kabinet. Het doel is om de mogelijkheden voor langdurig uitstel van de aanmerkelijkbelangheffing te beperken door het lenen voor consumptieve doeleinden van de eigen vennootschap (de bedoelde excessieve gevallen).

Doel voorbij

In de praktijk doet zich dit voor, voor zover er geen zekerheden staan tegenover de aangegane verplichtingen jegens de vennootschap of ingeval aflossingen slechts kunnen worden gefinancierd met dividenduitkeringen door dezelfde vennootschap. Verder kan van het bedoelde uitstel (of afstel) van belastingheffing alleen sprake zijn in die situaties waarin belastingheffing überhaupt in het vooruitzicht is, en wanneer er sprake is van (latente of te verwachten) aanmerkelijkbelanginkomen.

Het wetsvoorstel, schiet naar mening van de Orde daarom om onder andere de volgende aantal redenen zijn doel voorbij:

  1. De maatregel creëert (welbewust) een heffing in situaties waarin van aanmerkelijkbelanginkomen, latent of te verwachten, geen sprake is.
  2. De maatregel creëert (welbewust) een meervoudige heffing in de inkomstenbelasting (box 2), onder andere doordat het excessieve deel van een lening als fictief regulier voordeel wordt belast, waarbij de mogelijkheid tot latere verrekening aan termijnen is gebonden, voor zover het negatieve fictief reguliere voordeel leidt tot een verlies uit aanmerkelijk belang. Deze temporele beperking kan ertoe leiden dat geen tijdige verrekening kan plaatsvinden en alsnog dubbele heffing zal ontstaan. De Orde adviseert om de regeling waarbij een ab-verlies kan worden omgezet in een zogenoemde credit in box 1, te versoepelen, zodat de dubbele heffing in box 2 alsnog wordt ondervangen.
  3. De maatregel legt ten aanzien van de groep van verbonden personen de heffing neer bij een andere belastingplichtige (namelijk de ab-houder) dan degene die de beschikking heeft gekregen over de middelen (de verbonden persoon annex geldlener).
  4. De maatregel leidt tot complexere belastingwetgeving met een systematische inbreuk op wetgeving/jurisprudentie en een toename van het aantal ficties, mede doordat beoogd is de ficties alleen voor box 2 te doen werken. Door deze maatregel zal de fiscale werkelijkheid verder afwijken van de civielrechtelijke kwalificatie, worden nieuwe, zelfstandige begrippen gecreëerd en moeten allerhande flankerende maatregelen worden ingevoerd. De toenemende complexiteit tast het sociaal-maatschappelijke draagvlak van belastingwetgeving en de band met de werkelijkheid aan.
  5. De maatregel leidt tot een toename van administratieve lasten voor zowel de belastingplichtige als ook en vooral voor de Belastingdienst. Dat komt door nieuwe cijfermatige beoordelingen die per definitie achteraf plaatsvinden, doorwerking van het handelen van de ene belastingplichtige naar andere belastingplichtigen, het over de jaren heen consequent en correct moeten monitoren van schuldbedragen en aanmerkelijkbelangposities, vereiste aanpassingen aan aangifteformulieren en doorwerking van latere correcties van schuldposities waardoor het grensbedrag alsnog wordt onder- respectievelijk overschreden en de daaruit volgende consequenties voor inmiddels al dan niet vaststaande belastingaanslagen over oudere jaren.
  6. Uit oogpunt van budgettaire opbrengst is er inmiddels geen belang meer om deze wetgeving in te voeren. De eenmalig verwachte hoge opbrengst wegens anticipatiegedrag heeft zich immers reeds in het voorbije jaar 2019 voorgedaan, mede door de verhoging van het aanmerkelijkbelangtarief per 1 januari 2020. De budgettaire noodzaak om dit wetsvoorstel nu (nog steeds) in te voeren, is daarmee volledig vervallen. Het niet invoeren van dit wetsvoorstel past ook in de herhaaldelijk door diverse staatssecretarissen van Financiën geuite mening dat de Belastingdienst dermate onder druk staat dat zij eigenlijk geen enkele verandering er nog bij kunnen hebben. De Orde stelt dan ook voor om dit wetsvoorstel in te trekken.
  7. De maatregel is onder andere disproportioneel vanwege de ‘one size fits all’-oplossing: niet alleen consumptieve leningen worden door de maatregel getroffen, maar ook – en naar de mening van de Orde ten onrechte – zakelijke leningen. De Orde mist een daarmee corresponderende tegenbewijsmogelijkheid om de zakelijkheid van een lening tussen de vennootschap en de aanmerkelijkbelanghouder aan te tonen. Uiteraard snapt de Orde het spanningsveld met de potentieel lastige positie van de Belastingdienst om de zakelijkheid van een lening te betwisten, maar daaraan doet niet af dat, als een lening zakelijk is (een onafhankelijke derde zou onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden dezelfde lening ter grootte van hetzelfde bedrag aangaan), die lening naar de mening van de Orde buiten het toepassingsbereik van de maatregel zou moeten vallen.
  8. De maatregel behelst effectief onbeperkte materieel terugwerkende kracht door het ontbreken van eerbiedigende werking voor bestaande situaties. Een oplossing hiervoor kan zijn om het maximumbedrag van 500.000 euro te verhogen met de stand van de schulden op het moment van aankondiging van de onderhavige maatregel op 18 september 2018, 15:15 uur.
  9. De maatregel creëert diverse onduidelijkheden in buitenlandsituaties.

Suggesties

Als terugdringing van de uitvoeringslasten door de Belastingdienst de voornaamste reden is voor de maatregel kunnen ook maatregelen ter bepaling van de zakelijkheid en de documentatie van een lening voldoende zijn. Dit kan eventueel in combinatie met aanpassingen in de bewijslastverdeling, waarbij zelfs een differentiatie kan worden aangebracht aan de hand van de omvang van de lening (bij meer dan 500.000 euro ligt de bewijslast bij de belastingplichtige). De Orde denkt daarover graag mee met het ministerie.

Verder doet de Orde concrete suggestie voor een redelijkere en eenvoudigere vormgeving van de maatregel door naast eigenwoningleningen ook zakelijke leningen uit te sluiten van de kwalificatie als excessief en de maatregel dus te beperken tot consumptief aangewende leningen.

Altijd op de hoogte blijven?

Ontvang gratis fiscaal nieuws in uw mailbox

Artikel delen:
Share this...
Share on facebook
Facebook
Share on pinterest
Pinterest
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
Linkedin

Anderen bekeken ook

Mensen op een terras in Bologna

Blog

6 jun 2025

5 Min

Erasmus+ beurs: Wat is het belang van het arrest van het EU-Hof?

Het Hof stelt dat de Erasmus+ beurs niet als inkomen van het kind mag worden gezien. Marco Veerman van Contaxus ...    >

Lees meer

Dartpijltje mist het board bijna

Blog

4 jun 2025

5 Min

Wet werkelijk rendement box 3 – Wetgever slaat plank mis

Met het voorstel wet werkelijk rendement box 3 wordt de plank volledig misgeslagen, aldus Bas Cramer en Stefan Marcus. Ze ...    >

Lees meer

Ruud van den Dool in actie

Interview

13 mei 2025

3 Min

Ruud van den Dool over innovatie en eerlijkheid in het Nederlandse belastingstelsel

We spraken Ruud van den Dool, hoofddocent aan de UvA, over de noodzaak tot hervorming van ons belastingstelsel. Zodat het ...    >

Lees meer

Net als 20.000 anderen het meest actuele fiscale nieuws?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Jouw fiscaal partner

Neem voor meer informatie contact op met onze adviseurs

Footer

  • Producten advieskantoren
  • Kennisbank voor advieskantoren
  • Inkomstenbelasting
  • Omzetbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Schenkbelasting en Erfbelasting
  • Jaarrekening
  • Dividendbelasting

  • Producten bedrijfsleven
  • Grip BTW
  • Grip VPB
  • Grip Totaal
  • Grip Internationaal
  • Dividendbelasting
  • Fiscaal nieuws
  • Laatste nieuws
  • Podcasts
  • Kennisdocumenten
  • Productnieuws
  • Contact
  • Klantenservice
  • Technische Support Desk
  • Nextens Academy
  • Vacatures
Relx Logo
iso-certificate-mark
Relx Logo

  • The following regulations apply to the use of this website:
  • Terms and conditions
  • Security
  • Privacy policy
  • Cookie policy
  • Nextens® is a brand of LexisNexis® Risk Solutions, part of RELX.
  • Copyright reserved © 2025 LexisNexis Risk Solutions.