
De Raad van State heeft een negatief advies uitgebracht over de exit-heffing. De voorgestelde nieuwe belasting is zeer waarschijnlijk juridisch niet houdbaar. De invoering van de heffing is daarom onverantwoord, oordeelt de Raad van State. Ondanks het negatieve advies dient Groen Links-Kamerlid Bart Snels zijn voorstel wel in bij de Tweede Kamer.
Instrument tegen ontwijking dividendbelasting
De heffing is bedoeld een instrument tegen de ontwijking van dividendbelasting. Vennootschappen die hun zetel naar het buitenland verplaatsen worden nu niet verplicht tot een eindafrekening voor opgebouwde dividendbelasting. Snels stelt voor om een eindafrekening te introduceren over winstreserves bij de verhuizing van een bedrijf naar een land zonder dividendbelasting. De regeling geldt voor bedrijven met een netto-omzet vanaf 750 miljoen euro.
Zorgvuldigheid en rechtszekerheid
De Raad van State schrijft dat de Tweede Kamer uiteraard het recht heeft om wetten te wijzigen, maar dat wetswijzigingen altijd moeten voldoen aan de beginselen van zorgvuldigheid en rechtszekerheid. Wetgeving mag niet in strijd zijn met internationale verdragen of het in de EU geldende Unierecht. De voorgestelde exit-heffing voldoet niet aan die vereiste, aldus de hoogste adviseur van de regering.
De Afdeling advisering van de Raad van State omschrijft het voorstel als ingrijpend. In plaats van de aandeelhouder wordt de vennootschap belastingplichtig en in plaats van een heffing over een winstuitkering is er sprake van een heffing over winstreserves.
Kanttekeningen bij belastingclaim
Het instituut plaatst kanttekeningen bij de veronderstelde belastingclaim op toekomstige dividenduitkeringen. Het heffingsrecht voor de dividendbelasting ligt normaal bij het land waarin een vennootschap is gevestigd op het tijdstip van dividenduitkering. Bij een grensoverschrijdende reorganisatie verhuist het heffingsrecht dus mee. Een vergelijkbaar bezwaar is er voor de claim op winsten die buiten Nederland zijn gerealiseerd.
“De kans dat het voorstel juridisch niet houdbaar zal blijken te zijn, is naar het oordeel van de Afdeling advisering zo groot dat zij invoering van deze exit-heffing niet verantwoord acht,” oordeelt het instituut. De Raad van State adviseert de Tweede Kamer daarom om het voorstel niet in behandeling te nemen.
Advies gebaseerd op onjuiste uitgangspunten
Initiatiefnemer Snels is het niet eens met de kritiek van de Raad van State. Het advies is volgens hem gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. De vennootschap wordt bij een verhuizing niet belastingplichtig voor de eindafrekening maar is hulpontvanger ten behoeve van de staat. Bij de heffing van de dividendbelasting over reguliere dividenden geldt dat ook, schrijft hij.
Een ander onjuist uitgangspunt is dat er geen gerechtvaardigde claim op winstreserves zou zijn. In lijn met het totaalwinstbeginsel kunnen alle winstreserves van een vennootschap gezien worden als inkomen voor de totaliteit van de aandeelhouders. Het is volgens Snels conform de beginselen van internationaal belastingrecht als de heffing van dividendbelasting betrekking heeft op de uitdeling van de wereldwinst van een vennootschap.
Argumenten verduidelijkt
Snels heeft een aantal argumenten verduidelijkt in een aangepaste memorie van toelichting en een aantal wijzigingen aangebracht, waaronder een nieuwe datum voor de inwerkingtreding van de wet. In plaats van met terugwerkende kracht tot 10 juli is dat 18 september 2020.
Verhuizing van Unilever
Het voorstel voor de exit-heffing houdt onder meer verband met Unilever, dat zijn hoofdkantoor van Rotterdam naar London wil verhuizen. De aandeelhouders van de Nederlandse tak stemden al voor het voorstel. De aandeelhouders van het Britse tak stemmen aanstaande maandag, nadat de aandeelhouders van de Nederlandse tak al eerder hiermee instemden. Unilever heeft al aangegeven dat het niet verhuisd als de wet wordt aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer, schreef het FD.