Naast algoritmes en steekproeven heeft de Belastingdienst andere instrumenten voor een betere naleving van belastingverplichtingen. Alleen investeren in de controle van aangiftes is daarom niet efficiënt. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën schrijft dit aan de Tweede Kamer in reactie op het rapport Datagedreven selectie van aangiften door de Belastingdienst.
Afweging tussen mankracht en fouten in aangiftes
Het rapport van de Algemene Rekenkamer (ARK) dateert van juni 2019. De ARK wees op de behoefte aan een duidelijke afweging tussen de beschikbaarheid van mankracht en het risico op fouten in belastingaangiften. Het CDA, D66 en de SP vroegen om een toelichting van staatssecretaris Snel. Ze noemden de mogelijkheid om eerst een duidelijk doel voor controles vast te stellen en dan te berekenen hoeveel mensen daarvoor nodig zijn.
De partijen vroegen daarnaast om aandacht voor fouten waarbij burgers en bedrijven geld terug krijgen van de belasting, de zogeheten negatieve correcties. Bij de toepassing van risicomodellen worden die vaak over het hoofd gezien. Verder maakten de partijen zich zorgen dat algoritmes van risicomodellen vooroordelen bevatten en daarmee leiden tot discriminatie.
Belastingdienst heeft meer instrumenten
Staatssecretaris Snel schrijft dat de mankracht van de belastingdienst niet onbegrensd is en daarom zo efficiënt mogelijk moet worden ingezet. De controle van aangiften is slechts een deel van alle taken. Voor die controle worden steekproeven gebruikt en thematische controles van bijvoorbeeld startende ondernemers, maar ook risico-analyses op basis van data, aldus de staatssecretaris. Die risicomodellen worden voortdurend verbeterd.
Snel benadrukt dat fouten niet altijd met opzet worden gemaakt en dat de controle achteraf daarom ook niet de enige strategie is. Soms is het veel efficiënter om meer voorlichting te geven over belastingaangiftes. De vooraf ingevulde aangifte heeft ook zichtbaar resultaat op het aantal foutloze aangiftes. “Ik weeg de verwachte effecten van maatregelen tegen elkaar af om tot een gebalanceerde en doelmatige aanpak te komen, die de compliance blijvend kan verhogen,” schrijft Snel.
Risicomodellen getoetst op discriminatie
Discriminatie en negatieve correcties hebben de aandacht van de staatssecretaris. Correcties die in het voordeel zijn van burgers worden inderdaad nog niet gesignaleerd in risicomodellen, die daarom zullen worden aangepast. Bij andere controlemethodes is er overigens wel aandacht voor dergelijke fouten. Risicomodellen worden getoetst op de aanwezigheid van mogelijke discriminerende factoren en de ontwikkelaars van de modellen krijgen een training op dat gebied. “Tijdens deze training wordt uitgebreid aandacht besteed aan het voorkomen van risicofactoren die tot discriminatie kunnen leiden.”