De NOW heeft een belangrijke rol gespeeld in het behoud van werkgelegenheid aan het begin van de coronacrisis. Nu een deel van de bedrijven echter langdurig een lagere productiviteit kent, neemt het belang van zoeken naar ander werk toe. Een lagere vergoeding voor bedrijven en/of een beperking van de loondoorbetaling aan werknemers vergroot de prikkel om minder productieve banen te verlaten voor meer productieve banen. Ondersteuning in de vorm van omscholing en begeleiding van werk-naar-werk kan daar ook een bijdrage aan leveren.
Lessen voor de NOW
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de publicatie ‘Lessen voor de NOW’ van het Centraal Planbureau (CPB). De NOW is een tegemoetkoming in de loonkosten van bedrijven die te maken hebben met een omzetdaling van meer dan 20%. Het gebruik van de NOW was en is vele malen groter dan het gebruik van de regeling voor werktijdverkorting tijdens de financiële crisis.
Bij de NOW 1.0 werd voor 2,6 miljoen werknemers gebruik gemaakt van de regeling, tijdens de financiële crisis werd ‘maar’ voor 77 duizend werknemers gebruik gemaakt van de deeltijd-WW. Wat betreft het aandeel werknemers in de NOW is Nederland een middenmoter in Europa. De loondoorbetaling is met 100% uitzonderlijk hoog, en hetzelfde geldt voor het loon tot waar subsidie ontvangen kan worden (een kleine 10 duizend euro per maand).
Korte termijn
De NOW kent op korte termijn aanzienlijke voordelen in termen van het behoud van werkgelegenheid en het voorkomen van werkloosheid. De NOW heeft een belangrijke rol gespeeld bij de relatief beperkte stijging van de werkloosheid, ondanks een historische krimp in de productie. Naarmate de omzet van bedrijven echter langdurig lager is, neemt het belang van reallocatie toe.
Bij het vervolg van de NOW is ook van belang hoe de pandemie en de arbeidsmarkt zich verder ontwikkelen, die mede bepalen in welke mate reallocatie mogelijk is. Het CPB zal hier in zijn komende maandag te publiceren augustusraming nader op ingaan.