De Tweede Kamer vindt dat ondernemers meer tijd moeten krijgen voor de betaling van belastingen die zijn uitgesteld vanwege de coronacrisis. Dat bleek donderdag tijdens het debat over het derde steunpakket voor bedrijven en ondernemers. Minister Wopke Hoekstra van Financiën komt voor dinsdag met een nadere uitwerking.
Huidige voorstel niet te doen voor ondernemers
De gevraagde verruiming heeft betrekking op een latere ingangsdatum voor de betaling van uitgestelde belastingen en een ruimere termijn. “Wat het kabinet nu voorstelt, namelijk per 1 januari al gaan betalen en ook nog eens binnen 24 maanden betalen, is simpelweg voor heel veel ondernemers niet te doen. Ondernemers zoals die in de reisbranche en de hotelbranche zitten nog steeds op zwart zaad,” zei VVD-Tweede Kamerlid Thierry Aartsen.
Andere partijen hadden vergelijkbare opmerkingen. Een verplichting om af te lossen per 1 januari is niet haalbaar voor veel ondernemers, zei Steven van Weyenberg van D66. Farid Azarkan van DENK vroeg om maatwerk, namelijk een relatie met de mate waarin de economie herstelt. “Geef ondernemers wat meer lucht en wat meer tijd,” zei ook PVV-Tweede Kamerlid Léon de Jong.
Invloed bij eventueel faillissement
Minister Hoekstra zei dat hij een ‘positieve grondhouding’ heeft over de verlenging van de termijn van uitstel, maar nog twijfelt over een latere begindatum. Dat heeft invloed op de positie van de fiscus en daarmee de belastingbetaler als schuldeiser bij een eventueel faillissement. “We vinden het toch eigenlijk logisch dat je de belastingbetaler niet achterstelt ten opzichte van bijvoorbeeld een bank of een huisjesmelker,” zei Hoekstra.
Juridische gevolgen van betalingsuitstel
De minister vroeg een paar extra dagen om de mogelijkheden voor een langere termijn en latere begindatum uit te werken. De minister vroeg ook extra tijd voor een antwoord op de juridische gevolgen van het uitstel, een onderwerp dat werd genoemd door Wybren van Haga van de Groep-Van Haga. De fiscus ziet een verzoek om betalingsuitstel als een melding van betalingsonmacht. Van Haga vroeg welke juridische gevolgen dat heeft voor de relatie met banken of accountants.
Moties voor ruimer belastinguitstel
Ondanks de beloofde nadere uitwerking, kondigden verschillende Kamerleden een motie aan over het betalingsuitstel. D66 en VVD willen een ingangsdatum van 1 juli 2021 en termijn van 36 maanden. De PVV vroeg een terugbetalingsperiode van 48 maanden na een startdatum op 1 juli. De Groep-Van Haga verzocht mede namens Forum voor Democratie om een ingangsdatum van 1 januari 2022 en termijn van 48 maanden. Over de moties wordt dinsdag gestemd.
Extra aandacht voor omscholing
Tijdens het debat vroegen de Tweede Kamerleden verder extra aandacht voor de begeleiding van werknemers naar nieuw werk, inclusief positieve prikkels voor ondernemers die zich daarvoor inzetten. Met name de oppositiepartijen hadden kritiek op het afbouwen van steunmaatregelen, terwijl het aantal coronabesmettingen toeneemt. Coalitiepartijen gebruikten de term ‘normalisering’ en wezen op de hogere Tegemoetkoming Vaste Lasten en het beschikbare budget voor omscholing.