Hoogleraar accounting Jan Bouwens (Universiteit van Amsterdam), is van mening dat het ongeduld richting de accountancy sector een tandje minder kan. Accountants moeten samenwerken met (minimaal) vier partijen. Is het niet de hoogste tijd dat accountants meer tijd krijgen?

Kwartiermakers

Er was deze week al veel te doen over de sector in het FD, zoals de aankondiging van demissionair minister Wopke Hoekstra van Financiën om accountants onder verscherpt toezicht te plaatsen. Hoekstra heeft twee kwartiermakers de opdracht gegeven om te zorgen voor verbeteringen in de accountantssector, zoals cultuurverandering en betere accountantscontroles. Maar de twee vinden dat het niet snel genoeg gaat. Wel blijven zij optimistisch, maar zien nog veel hobbels, aldus het FD.

Vier partijen

Waarom accountants meer tijd moeten krijgen volgens de hoogleraar, is omdat accountants moeten samenwerken met maar liefst vier partijen. Het duurt al meerdere jaren voordat twee partijen duidelijkheid kunnen scheppen in de verwachtingen, laat staan dat vier partijen dit moeten doen. De partijen waar de accountants mee te maken hebben zijn: de controlerende entiteit, de externe gebruiker van de jaarrekening, de controlerend accountant en de wet- en regelgever. Hij vindt dan ook dat zij meer tijd moeten krijgen tussen nieuwe regels en wetten en dat er moet worden gekeken naar de controlerende partij. Daarnaast vraagt ook Coen Boogaart, scheidend voorzitter van EY, om de accountants met rust te laten. Hij gaf twee weken geleden aan dat de grens even is bereikt en er een moment van rust moet worden ingelast.

Risicofactor

Het ‘probleem’ gaat niet worden opgelost als we alleen maar naar de accountants blijven kijken, zegt Bouwens. Het lijkt hem namelijk logisch om daarnaast ook druk uit te oefenen op de partij die wordt gecontroleerd. De kans op een snelle oplossing kan worden verhoogd door zowel de geloofwaardigheid van de accountant als de gecontroleerde op één lijn te brengen. Druk van de gecontroleerde op de accountant om akkoord te gaan met financial statements van de organisatie brengt namelijk een materiële risicofactor met zich mee. Hier wordt nu nog met een grote boog omheen gelopen, aldus het FD en Jan Bouwens.