De invoering van een nieuw stelsel voor box 3, waarin vermogen wordt belast op basis van werkelijk rendement, wordt met een jaar uitgesteld. Staatssecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) maakte vrijdagavond in een brief aan de Tweede Kamer bekend dat de beoogde startdatum verschuift van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028. Het uitstel is nodig vanwege de complexiteit van het nieuwe systeem en het krappe tijdpad voor de wetsbehandeling.
Reden voor uitstel
Volgens Van Oostenbruggen vereist het nieuwe box 3-stelsel een wetsvoorstel dat uiterlijk 15 maart 2026 moet zijn aangenomen om de invoeringsdatum van 2028 te halen. Tijdelijke alternatieven, zoals een vermogensaanwasbelasting of vermogensbelasting, zouden theoretisch per 2027 haalbaar zijn. Toch kiest het kabinet daar niet voor, omdat een tussenstelsel voor slechts één jaar de uiteindelijke hervorming naar werkelijk rendement verder zou bemoeilijken, dat schrijft het FD.
‘Het kabinet vindt het onwenselijk om met grote spoed voor slechts één jaar een tussenoplossing in te voeren’, schrijft Van Oostenbruggen.
Gevolgen voor belastingplichtigen
Het huidige systeem van forfaitaire rendementen met een tegenbewijsregeling blijft daardoor langer in gebruik. Dit betekent dat belastingplichtigen kunnen blijven aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Het uitstel leidt echter tot een gat van €2,55 miljard in de begroting. Om dit te compenseren, voert het kabinet aanpassingen door binnen het bestaande stelsel:
- Heffingsvrije vermogen: wordt per 2026 verlaagd naar €52.048.
- Forfaitair rendement: wordt verhoogd met 1,78 procentpunt.
Digitalisering van aangiftes
Om belastingplichtigen tegemoet te komen, maakt het kabinet het gemakkelijker om gebruik te maken van de tegenbewijsregeling. Vanaf 2025 wordt het mogelijk om het werkelijke rendement direct in de digitale belastingaangifte op te geven, zonder apart formulier. Tegen 2027 zal de aangifte deels vooraf ingevuld zijn met gegevens van financiële instellingen. Dit moet de administratieve lasten verlichten en de transparantie vergroten.
Kritiek en vooruitblik
De uitgestelde hervorming betekent dat belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement nog langer te maken hebben met het huidige forfaitaire systeem, dat door veel critici als oneerlijk wordt ervaren. Van Oostenbruggen benadrukt echter dat de uitstelperiode nodig is om een duurzaam stelsel te ontwikkelen dat zowel uitvoerbaar als juridisch houdbaar is.
‘Het uitstel is teleurstellend, maar biedt wel de kans om een solide basis te leggen voor het nieuwe systeem’, aldus de staatssecretaris. De Kamer zal in de komende maanden debatteren over de financiële en maatschappelijke impact van de verlenging van het huidige stelsel en de geplande wijzigingen voor 2026, aldus het FD.
