
De vergrijzing van Nederland voltrekt zich in hoog tempo. Het aantal 67-plussers groeit, terwijl het aandeel werkenden krimpt. Deze demografische trend zet druk op het pensioenstelsel en vooral op de AOW. Volgens de 18e Studiegroep Begrotingsruimte komt de houdbaarheid van het stelsel in het gedrang. De uitgaven nemen structureel toe, terwijl de belastingbasis afneemt. Tijd dus voor een herbezinning op de financiële inrichting van de oude dag.
De vergrijzing in cijfers
De komende twintig jaar stijgt het aantal ouderen fors. In 2040 is meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder. Deze groep ontvangt AOW, maakt vaker gebruik van zorg en neemt niet meer deel aan de arbeidsmarkt.
Tegelijk krimpt het aandeel werkenden. Daardoor zijn er steeds minder belastingbetalers per gepensioneerde. De verhouding verschuift structureel. Dat maakt het steeds lastiger om uitgaven aan AOW en zorg via het huidige stelsel te financieren.
De kosten van AOW blijven stijgen
De AOW is een omslagstelsel: werkenden betalen via belastingen en premies de uitkeringen aan gepensioneerden. Die uitgaven zijn nu al goed voor ruim 50 miljard euro per jaar. Als er niets verandert, lopen de AOW-kosten op tot ruim 80 miljard euro in 2040.
Een deel van die groei komt door de koppeling van de AOW aan het minimumloon. Deze automatische stijging is bedoeld om koopkracht van ouderen te beschermen, maar maakt het stelsel financieel zwaarder. De Studiegroep vraagt zich af of deze koppeling houdbaar is.
Wat zegt de Studiegroep over vergrijzing?
De 18e Studiegroep Begrotingsruimte stelt dat het pensioenstelsel dringend aangepast moet worden om het betaalbaar te houden. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar aanvullende pensioenen, maar ook naar de AOW.
De aanbevelingen richten zich op drie terreinen:
- Aanpassing van de AOW-leeftijd
De stijging van de levensverwachting vraagt om een hogere AOW-leeftijd. De koppeling daaraan kan scherper worden ingesteld. - Herziening van de indexatie
De automatische koppeling aan het minimumloon maakt het stelsel minder wendbaar. Een alternatieve indexatie, bijvoorbeeld op inflatie of een eigen norm, zou de uitgaven kunnen beperken. - Gerichtere ondersteuning voor lage inkomens
In plaats van een generieke uitkering voor iedereen, kan overwogen worden om hogere uitkeringen te richten op mensen met weinig aanvullend pensioen.
De rol van aanvullende pensioenen
Naast de AOW bouwen veel Nederlanders aanvullend pensioen op. Met de komst van het nieuwe pensioenstelsel wordt dit flexibeler en persoonlijker. Toch blijft de AOW de basis voor iedereen. De Studiegroep benadrukt dat veranderingen in de AOW altijd moeten worden bekeken in samenhang met aanvullende pensioenrechten.
Zeker voor mensen met een laag inkomen of onregelmatige loopbaan vormt de AOW het grootste deel van hun inkomen na pensionering. Daarom zijn gerichte maatregelen nodig om inkomenszekerheid te waarborgen.
Conclusie: hervorming is nodig om stelsel houdbaar te maken
De AOW staat onder druk. Door de vergrijzing nemen de kosten structureel toe, terwijl het aantal werkenden afneemt. De Studiegroep pleit voor hervormingen om het stelsel houdbaar te maken. Denk aan aanpassing van de AOW-leeftijd, andere indexatie en gerichtere steun. Voor de adviespraktijk betekent dit: blijf alert, update je scenario’s en informeer klanten tijdig.
Heb jij vragen over de AOW?

