
Een meerderheid in de Tweede Kamer stemde vorige week vóór een motie om de nationale CO₂-heffing voor de industrie zo snel mogelijk af te schaffen. De ommezwaai van de VVD bleek doorslaggevend. Waar de partij eerder nog tegen was, steunde ze ditmaal het voorstel van CDA-Kamerlid Inge van Dijk.
Heffing leidt tot ongelijk speelveld
Volgens de indieners van de motie vormt de CO₂-heffing een zogenoemde “nationale kop” op het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Daardoor zouden Nederlandse bedrijven in 2035 naar verwachting €75 per ton CO₂ meer betalen dan hun concurrenten in andere EU-lidstaten. De Kamer vindt dat dit leidt tot een ongelijk speelveld en risico’s oplevert voor de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse industrie.
VVD-Kamerlid Peter de Groot lichtte dinsdag toe waarom zijn partij van standpunt is veranderd. Volgens hem is het cruciaal dat er een gelijk speelveld binnen Europa ontstaat. Alleen dan kunnen Nederlandse bedrijven blijven bijdragen aan innovatie, werkgelegenheid en verduurzaming.
CO₂-heffing sinds 2021 van kracht
De nationale CO₂-heffing geldt sinds 1 januari 2021. Deze maatregel maakt deel uit van het Klimaatakkoord en moet ervoor zorgen dat de industrie in 2030 14,3 megaton minder CO₂ uitstoot. De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) heft het tarief voor uitstoot boven een vrijgestelde hoeveelheid.
Hoewel energie-intensieve bedrijven deels worden gecompenseerd voor deze kosten, vinden veel Kamerleden dat het systeem inmiddels niet langer houdbaar is.
De aangenomen motie wijst bovendien op het uitblijven van belangrijke randvoorwaarden voor verduurzaming. Zo is er onder meer vertraging bij het CCS-project Aramis. Daarnaast stelt de motie dat de nationale heffing geen extra CO₂-reductie oplevert op Europees niveau.
Bezwaren vanuit kabinet en klimaatperspectief
Demissionair staatssecretaris van Fiscaliteit, Tjebbe van Oostenbruggen, uitte tegenover de Kamer stevige bezwaren. Hij waarschuwde dat het afschaffen van de heffing “de klimaatdoelen verder uit beeld brengt”. Bovendien heeft de industrie volgens hem al twee jaar extra tijd gekregen om te verduurzamen. Hij noemde het voorstel dan ook “onverstandig”.
Met de motie in de hand ligt de bal nu bij het kabinet. Het is aan hen om te bepalen of – en hoe – de heffing daadwerkelijk wordt beëindigd. Ook moeten zij inzichtelijk maken wat dit betekent voor het klimaatbeleid richting 2030.
Wil je meer weten over de CO2-heffing?

