
Vandaag, 29 oktober 2025, kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. Tijd voor een laatste update. In het overzicht ‘Verkiezingen 2025: de verschillen’ zetten we per thema de fiscale koers en het ondernemersklimaat van de belangrijkste partijen naast elkaar. We hebben bij het maken van dit overzicht vooral gekeken naar de nieuwste CPB-doorrekening Keuzes in Kaart 2027-2030 en actuele samenvattingen van partijplannen. Zo heb je in één keer helder waar de verschillen liggen.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor het belastingstelsel
- VVD: “werken moet lonen” via hogere arbeidskorting en lagere lasten op middeninkomens. Behoud van internationale concurrentiekracht staat voorop; box 2/3 aanpassingen vooral tegen arbitrage, niet als grote lastenverschuiving.
- NSC: vereenvoudigen en voorspelbaarheid. Minder toeslagenafhankelijkheid via hogere (verzilverbare) kortingen; tegengaan van constructies tussen box 1/2/3.
- GroenLinks-PvdA: lasten verschuiven van arbeid naar vermogen. Box 3 op werkelijk rendement, zwaardere heffing op grote vermogens en dividend/aanmerkelijk belang; verlichting voor lage en middeninkomens.
- D66: zelfde richting als GL-PvdA, met nadruk op vergroening van het stelsel en minder subsidies via toeslagen.
- CDA: eenvoud, gezin centraal. Matige verschuiving van lasten naar vermogen, beperken arbitrage, en stimuleren van werken via kortingen.
- BBB: lagere lasten voor middeninkomens en mkb; behoud van fiscale faciliteiten voor familiebedrijven; voorzichtig met zwaardere vermogensheffing.
- PVV: brede lastenverlaging, accenten op koopkracht en lagere energie- en brandstoflasten; minder nadruk op vermogensverzwaring.
- Volt/ChristenUnie: meer evenwicht tussen arbeid en vermogen, prikkels voor duurzaamheid, eenvoud en rechtvaardigheid.
- JA21/SGP: tariefmatiging en stabiliteit; minder complexe herverdeling, terughoudend met vermogensverzwaring.
Box 1 (werk en woning)
Veel partijen willen een hogere algemene- en arbeidskorting en minder afhankelijkheid van toeslagen. Enkele partijen onderzoeken verzilverbare kortingen als alternatief voor complexe regelingen.
Box 2 (aanmerkelijk belang)
Breed gedragen: minder tariefsprongen en minder arbitrage tussen loon, dividend en vermogen. Linkse en centrumlinkse partijen verhogen het effectieve tarief; rechtse partijen houden het gematigd en kiezen eerder voor grondslagverbreding dan voor forse tariefsprongen.
Box 3 (vermogen)
Grote delers willen naar werkelijk rendement en zwaardere heffing op grote vermogens en vastgoedbeleggingen. Rechts-conservatieve partijen kiezen vaker voor behoud van de huidige lastendruk of een gematigder pad.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor het ondernemersklimaat
- Vennootschapsbelasting (vpb): GL-PvdA en D66 staan open voor grondslagverbreding en selectieve prikkels (R&D/klimaat). VVD, NSC, JA21 en SGP houden de vpb liever stabiel en richten zich op voorspelbare regels. BBB en CDA verbinden vpb-stabiliteit aan regionale economie en familiebedrijven.
- Innovatiebox en WBSO: brede steun om deze instrumenten te behouden, soms strakker gericht op echte innovatie en verdienvermogen.
- Regeldruk en toezicht: VVD, NSC, BBB en JA21 benadrukken minder regeldruk en snellere vergunningen. D66, Volt en GL-PvdA koppelen eenvoud aan duurzaamheidseisen met duidelijke transitiepaden.
- BOR en mkb-winstvrijstelling: centrum-linkse partijen willen aanscherpen of versoberen om verschillen met loondienst te beperken. Centrum-rechtse partijen behouden de regelingen, met misbruikbestrijding en simpele criteria.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor wonen
- GL-PvdA/D66/Volt: versnellen bouwproductie met stevige rol voor corporaties, regulering van middenhuur, aanpak beleggingen die schaarste vergroten, en stimuleringspakketten voor verduurzaming.
- VVD/NSC: versnellen procedures, meer locaties (binnen én buiten de stad), versterken koopkracht van starters via gerichte maatregelen; regulering waar nodig, maar met oog voor investeringsbereidheid.
- CDA/BBB: bouwen voor regio en dorpen, grondbeleid en infrastructuur gelijktijdig aanpakken, ruimte voor zelf- en doorstroombouw. BBB drukt op realisme in ruimtelijke ordening.
- PVV/JA21/SGP: minder belemmerende regels, sneller bouwen, rem op extra lasten voor verhuurders/beleggers; focus op betaalbaarheid via lastenverlichting en aanbod.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor lange-termijn verdienvermogen
Veel programma’s beantwoorden te weinig de vraag waar Nederland over decennia zijn brood mee verdient. De breuklijnen:
- Industrie- en technologiebeleid: D66, Volt en GL-PvdA kiezen voor missie-gedreven industrial policy (digitalisering, AI, chips, energie-intensieve industrie vergroenen). VVD en NSC zetten op verdienvermogen via human capital, infrastructuur en innovatieve clusters, met minder micro-sturing. BBB legt nadruk op agri-food-keten, maakindustrie en energie-onafhankelijkheid.
- Menselijk kapitaal: brede steun voor leven-lang-leren en betere aansluiting mbo-hbo-wo op tekortsectoren.
- Kapitaalvorming: verschil zit tussen prikkels voor risicokapitaal (meer) versus hogere vermogenslasten (eerlijker). Dat bepaalt mede de investeringsruimte voor scale-ups.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor infrastructuur
Er is sprake van een forse onderhoudsopgave (wegen, bruggen, spoor) en krap budget.
- VVD/NSC/CDA/BBB/SGP: inhalen onderhoud, projecten ontstoppen, capaciteit Rijkswaterstaat/ProRail op orde, en budgettaire ruimte via fondsen of prioritering.
- GL-PvdA/D66/Volt/CU: óók groot onderhoud, maar met duidelijke shift naar OV en duurzame mobiliteit; prijsprikkels voor vervuilend verkeer liggen op tafel.
- JA21/PVV: prioriteit bij doorstroming op de weg en lagere mobiliteitslasten; terughoudend met extra prijsprikkels.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor de zorg
- Eigen risico en premies: GL-PvdA, SP (buiten top-10 maar relevant) en in varianten ook D66/Volt willen lagere drempels of andere vormgeving. VVD, NSC, CDA en SGP houden aan kostenbewustzijn vast met gerichte bescherming voor lage inkomens.
- Arbeidsmarkt zorg: breed urgentiegevoel; plannen variëren van opleidingsimpulsen en betere roosters tot minder administratieve druk.
- Langdurige zorg: spanningsveld tussen betaalbaarheid en kwaliteit. Centrum-linkse partijen sturen op preventie en regionale samenwerking; centrum-rechtse partijen op productiviteit, digitalisering en strakke inkoop.
Verkiezingen 2025: de verschillen voor defensie en buitenlandse zaken
- NAVO-norm 3,5%: VVD, NSC, CDA, SGP, JA21, BBB onderschrijven structureel 3,5% en versnellen vervangings- en munitieprojecten. GL-PvdA en D66 steunen 3,5% maar met meer EU-samenwerking. PVV wil defensie versterken, maar is kritisch op EU-integratiestappen.
- Buitenlandse zaken en handel: D66/Volt duwen richting EU-strategische autonomie en mensenrechten-conditionaliteit. VVD/NSC leggen nadruk op economische veiligheid, exportkrediet en grondstoffenketens. BBB focust op voedsel- en energiezekerheid.
- Sancties en Oekraïne: brede steun voor hulp en sancties; accentverschillen in omvang en EU-samenwerking.
Samenvattende verschillen in één oogopslag
- Lastenmix: GL-PvdA/D66/Volt/CU: meer op vermogen; VVD/NSC/CDA: eenvoud en arbeid belonen; BBB/JA21/SGP/PVV: lasten omlaag en stabiliteit.
- Ondernemersklimaat: VVD/NSC/JA21/SGP: voorspelbare vpb en minder regeldruk; GL-PvdA/D66/Volt: gerichte prikkels en vergroening; BBB/CDA: familiebedrijven en regio.
- Wonen: links en progressief: meer regulering en corporatierol; rechts en conservatief: sneller bouwen en minder beleggerslasten; centrum: mix met procedureversnelling.
- Verdienvermogen: progressieven: missie-gedreven beleid; liberalen/centrum: randvoorwaarden en menselijk kapitaal; BBB: agri/maak en energie.
- Infrastructuur: iedereen wil onderhoud; verschil is auto vs OV-prioriteit.
- Zorg: overal krapte; verschil zit in eigen risico, preventie en sturing.
- Defensie: brede 3,5%-consensus; EU-samenwerking verschilt.
Conclusie: de keuze is aan jou
De keuze draait om drie pijlers: lastenmix, regeldruk/stabiliteit en investeringsrichting. We hopen dat dit overzicht je helpt om een juiste keuze te kunnen maken.
Verkiezingen of niet, fiscale vraagstukken zijn er altijd!



