
Nederland staat er financieel gezien goed voor. De staatsschuld ligt onder de 50% van het bruto binnenlands product (bbp) en voldoet ruimschoots aan Europese normen. Toch waarschuwt de Studiegroep Begrotingsruimte: laat je niet in slaap sussen door die lage schuld. Er liggen structurele risico’s op de loer. Want wie nu geen maatregelen neemt, kan straks te maken krijgen met forse ingrepen.
Staatsschuld onder controle – maar voor hoelang?
In Europees verband mag een staatsschuld maximaal 60% van het bbp bedragen. Nederland blijft daar al jaren netjes onder. Die ruimte lijkt aantrekkelijk. Waarom zou de overheid niet meer investeren of lasten verlichten?
De Studiegroep geeft een duidelijk antwoord: een lage schuld vandaag betekent niet automatisch dat het ook in de toekomst betaalbaar blijft. Structurele uitgaven voor zorg, AOW, defensie en klimaat nemen de komende jaren alleen maar toe. Tegelijk groeit het bbp niet meer vanzelfsprekend mee. Daardoor komt het schuldratio op langere termijn onder druk.
Rente maakt het verschil
De afgelopen jaren profiteerde Nederland van historisch lage rente. Dat hield de rentelasten op de staatsschuld beperkt, ook bij een hoger uitgavenpeil. Inmiddels is de rente gestegen. Nieuwe leningen kosten meer, en oude schulden moeten ooit opnieuw gefinancierd worden.
Volgens de Studiegroep moeten beleidsmakers niet rekenen op een renteniveau zoals tussen 2010 en 2020. Als de rente structureel hoger blijft, stijgen de rentelasten fors – en wordt begroten met schuld risicovoller.
Toekomstige uitgaven drukken zwaar
De Studiegroep herhaalt dat grote uitgaven er al aankomen:
- De vergrijzing zorgt voor meer AOW-uitgaven en een stijgende zorgvraag;
- De klimaattransitie vereist langlopende investeringen in infrastructuur en subsidies;
- De defensiebegroting groeit om aan internationale verplichtingen te voldoen.
Deze lasten zijn niet tijdelijk. Ze blijven terugkomen. Als de overheid hier structureel geen dekking voor organiseert, stijgt het begrotingstekort – en uiteindelijk dus ook de schuld.
Waarom voorzichtig begroten nodig blijft
Een lage schuld lijkt comfortabel, maar maakt de overheid ook kwetsbaar. Als de economie tegenvalt, is er minder ruimte om extra te lenen zonder de schuld fors te verhogen. Daarnaast verwacht de EU dat Nederland zich blijft houden aan begrotingsregels. Een geloofwaardige begrotingskoers voorkomt spanningen met Brussel, financiële markten en ratingbureaus.
Daarom adviseert de Studiegroep om juist nu discipline te tonen. Dat kan door buffers aan te leggen, overschotten niet direct uit te geven, en kritisch te kijken naar nieuwe uitgaven.
Wat betekent dit voor beleidskeuzes?
De Studiegroep raadt aan om structurele uitgaven alleen toe te staan als er structurele dekking is. Tijdelijke meevallers, zoals incidentele aardgasbaten of onverwachte belastinginkomsten, zijn geen basis voor permanent beleid.
Daarnaast moeten investeringen kritisch worden beoordeeld. Langetermijninvesteringen kunnen nuttig zijn, maar alleen als ze passen binnen een houdbare begroting. De overheid moet niet alles tegelijk willen financieren, ook al is de schuld nu laag.
De rol van geloofwaardigheid
Internationale investeerders en financiële instellingen kijken niet alleen naar cijfers, maar ook naar beleid. Een stabiele koers verhoogt het vertrouwen in Nederland als veilige economie. Dat vertaalt zich in lagere rente, stabiele kredietwaardigheid en ruimte om te investeren als het echt nodig is.
Volgens de Studiegroep verdient geloofwaardigheid in het begrotingsbeleid net zo veel aandacht als cijfers en tabellen.
Conclusie: voorzichtigheid is geboden
De lage Nederlandse staatsschuld is geen vrijbrief voor hogere uitgaven of belastingverlagingen. De Studiegroep Begrotingsruimte pleit voor voorzichtigheid: de rente stijgt, structurele kosten nemen toe, en financiële ruimte is niet onbeperkt. Door nu al keuzes te maken en uitgaven duurzaam te dekken, blijft de begroting houdbaar en geloofwaardig. Wie vooruitkijkt, voorkomt dat hij straks moet inleveren.
Heb jij regelmatig een lastige fiscale vraag?

