Het Ministerie van Financiën heeft besloten de contracten van zzp’ers, die werken aan het compenseren van gedupeerde toeslagenouders, te verlengen. Dit gebeurt ook wanneer deze zelfstandigen volgens een interne analyse mogelijk als schijnzelfstandige worden beschouwd. Het ministerie bevestigt hiermee dat de continuïteit van de hersteloperatie prioriteit heeft, zelfs als dit leidt tot juridische risico’s.
Hersteloperatie onder druk
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst de handhaving op schijnzelfstandigheid hervatten, na acht jaar de wet-DBA tijdelijk buiten werking te hebben gesteld. Ondanks de aankomende handhaving blijft het ministerie afhankelijk van zelfstandigen om de complexe hersteloperatie door te zetten. Volgens een brief, ingezien door ZipEconomy, zou het ministerie anders grote vertragingen oplopen bij het compenseren van de gedupeerde toeslagenouders.
De Dienst Toeslagen, die verantwoordelijk is voor de operatie, ziet geen andere keuze dan door te gaan met zzp’ers, zelfs als zij juridisch als schijnzelfstandigen worden aangemerkt. Mocht de Belastingdienst naheffingen en boetes opleggen, dan zal de Dienst Toeslagen deze kosten zelf dragen, dat schrijft het FD.
Afbouw over twee jaar
Volgens de brief in handen van ZipEconomy heeft de Dienst Toeslagen toestemming gekregen om de inzet van zelfstandigen gefaseerd af te bouwen binnen twee jaar. Dit biedt enige verlichting voor de hersteloperatie, maar blijft een risico. In de Tweede Kamer is bevestigd dat schijnzelfstandigen de komende jaren een rol kunnen blijven spelen in het herstelprogramma.
Politieke spanning
De beslissing om schijnzelfstandigen in te zetten is politiek gevoelig. Vanaf 2025 moet er strikt worden gehandhaafd op de juiste toepassing van de wet-DBA, die het onderscheid regelt tussen zelfstandigen en werknemers. Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft aangegeven niet van deze deadline af te wijken, ondanks de onrust onder opdrachtgevers en zelfstandigen.
Risico’s nemen om voortgang te garanderen
Door het risico op naheffingen en boetes te accepteren, kiest het ministerie ervoor om de voortgang van het toeslagenherstel boven juridische naleving te stellen. Dit benadrukt het belang van de operatie, maar kan tegelijkertijd leiden tot verdere discussie over het handhavingsbeleid en de inzet van zelfstandigen binnen de overheid. Met de handhaving op schijnzelfstandigheid in zicht, blijft de vraag hoe de overheid omgaat met eigen zzp-constructies die niet aan de wet voldoen, aldus het FD.
