De AFM zegt signalen te krijgen dat eenmanszaken in de financiële dienstverlening regelmatig het advies krijgen van boekhouders om een andere rechtsvorm te kiezen. Dit zou vanwege fiscale overwegingen een goede keuze zijn. De toezichthouder waarschuwt echter dat de andere rechtsvorm in de meeste gevallen ook gevolgen heeft voor de AFM-vergunningen.
Goed informeren
Het advies van de toezichthouder is dan ook dat financiële dienstverleners met een eenmanszaak zich eerst goed laten informeren voordat zij besluiten om hun bedrijf een andere rechtsvorm zoals bijvoorbeeld een vof te geven. In veel gevallen dient een geheel nieuwe vergunning te worden aangevraagd. En dat is niet altijd mogelijk.
Toch zegt de AFM signalen te krijgen dat boekhouders regelmatig zo’n omzetting adviseren. Bijvoorbeeld naar een vennootschap onder firma (vof) met hun (relationele) partner. Vooral tegen het einde van het jaar worden dit soort adviezen veelal verstrekt, dat schrijft AV.
Geschiktheidstoets
Dit kan weliswaar fiscaal voordelig zijn. Maar het kan ook anders uitpakken. De Wet op het financiële toezicht schrijft voor dat bij een vof de partner is aangemerkt als dagelijks beleidsbepaler. Deze moet dan ook daarmee getoetst worden op betrouwbaarheid en geschiktheid. De kans is echter klein dat de partner door deze geschiktheidstoets heen komt.
Vaak is de partner alleen op papier betrokken bij de vof. Maar heeft verder helemaal niets met de financiële sector te maken. Daarmee loop de ondernemer het risico dat de vergunningsaanvraag wordt afgekeurd en dat alles moet worden teruggedraaid. Dat kan zomaar enkele duizenden euro’s kosten, aldus AV.