
De Algemene Rekenkamer is niet onder de indruk van de Miljoenennota, zo blijkt uit een artikel in het FD. De meerjarenraming bevat namelijk forse gaten en ambitieuze voornemens die lastig uitvoerbaar zijn. Vooral na 2026 worden de risico’s duidelijk zichtbaar. Tegelijkertijd lijkt de tijd van grote meevallers voorbij. Dat maakt de komende formatie lastiger en vergroot de kans op krappe keuzes. Beloften die vandaag mooi in de oren van de kiezer klinken, botsen morgen al met realiteit.
Asielbudget daalt aankomende jaren fors
De Algemene Rekenkamer ziet structurele gaten in de begroting die op Prinsjesdag is gepresenteerd. Het meest in het oog springt asiel. In 2026 gaat het nog, maar vanaf 2027 daalt het budget abrupt van circa €4 mrd naar €1 mrd per jaar. Dat staat haaks op de verwachting dat het aantal asielzoekers in de opvang eerder stijgt dan daalt. De vraag is dus of de raming realistisch is.
Ook bij de rijksdienst knelt het. Het demissionaire kabinet wilde de apparaatskosten structureel omlaag brengen. In de praktijk stijgen de uitgaven aan departementaal personeel dit jaar juist naar ruim €4 mrd. In 2025 is wel een daling geraamd, maar die blijft achter bij eerdere plannen.
Verder is de ingeboekte korting van €1,6 mrd op de EU-afdracht onzeker. Tegelijk zijn voor stikstof waarschijnlijk extra middelen nodig. Het klimaatfonds is bovendien al grotendeels toebedeeld, terwijl de klimaatdoelen nog niet in zicht zijn. Het beeld: veel ambities, beperkte dekking, en uitvoering die onder druk staat.
Na jaren van meevallers
Sinds 2021 zorgden forse meevallers aan het eind van het jaar voor gunstig resultaat. Hogere belastingopbrengsten – vooral winstbelasting – en onderuitputting (geld dat niet kon worden uitgegeven) bij ministeries dempten tekorten en zorgden er zelfs voor dat ministeries geld overhielden. Daar is nu hoogswaarschijnlijk geen sprake meer van. Financiën voorspelt belastingen beter en ministeries zijn in staat veel meer plannen ook daadwerkelijk uit te voeren. De bekende eindjaarsmeevaller zit er dan ook waarschijnlijk niet meer in. Ook het Centraal Planbureau denkt dat deze tijden zo goed als voorbij zijn. Daarmee verdwijnt dus een buffer die politici en Kamerleden de afgelopen jaren ruimte gaf om tijdens het jaar toch beleid te financieren.
Formatietafel: minder vrije ruimte en hardere keuzes
Partijen die willen regeren krijgen dus te maken met een begroting zonder natuurlijke wind in de rug. Beloften over forse lastenverlichting, nieuwe fondsen of snelle krimp van het ambtenarenapparaat stuiten op de werkelijkheid. Als de korting op de EU-afdracht bovendien niet lukt en de kosten voor asiel en stikstof hoger uitvallen, moet een nieuw kabinet toch echt elders compenseren. Dat dwingt tot prioritering. Politiek wensdenken maakt plaats voor sobere keuzes: wat moet nu, wat kan later, en wat kan simpelweg niet?
Structurele druk: defensie, energie en woningbouw
De budgettaire context wordt verder bepaald door dossiers die buiten de jaarbegroting om steeds luider klinken. De Navo-norm vraagt om beduidend hogere defensie-uitgaven. Het stroomnet slurpt investeringsruimte op en is op veel plekken vol. De woningbouwopgave – bijna een miljoen woningen in vijf jaar – drukt op planning en middelen. De Raad van State wijst op deze stapeling en op de noodzaak om keuzes niet langer uit te stellen.
Ook in Brussel klinkt het appel om te investeren in het concurrentievermogen. Mario Draghi benadrukt dat Europa achterop dreigt te raken en pleit voor forse publieke en private investeringen. Het kabinet heeft Peter Wennink (oud-bestuursvoorzitter van ASML) gevraagd deze boodschap te vertalen naar de Nederlandse situatie. Dat vergroot de druk op het volgende kabinet om het economisch fundament te versterken, juist nu de begrotingsruimte krapper is.
Ondernemingsklimaat en voorspelbaarheid
Ondernemersorganisaties als VNO-NCW signaleren al langer knelpunten: een overvol stroomnet en stikstofregels belemmeren uitbreidingsplannen. Beleid dat vaak wijzigt, vergroot bovendien de onzekerheid en dat maakt investeren in Nederland onaantrekkelijk. Met het wegvallen van meevallers en oplopende structurele verplichtingen wordt het nog lastiger om via generieke impulsen het ondernemingsklimaat te verbeteren. De discussie verschuift naar uitvoerbaarheid, vergunningen, en naar investeringen die aantoonbaar productiviteit en strategische autonomie verhogen.
Tekort van 2,9%
In de Miljoenennota komt het EMU-tekort volgend jaar uit op circa 2,9%. Dat is hoog in historisch perspectief en wordt mede veroorzaakt door een eenmalige pensioeningreep bij defensie. Daarna zakt het tekort weliswaar, maar zonder ingrepen loopt het halverwege de jaren dertig weer op tot boven de 3%. Intussen drukken vergrijzing en zorgkosten steeds zwaarder op het uitgavenkader. In combinatie met de onzekere posten die de Algemene Rekenkamer signaleert, is de kans groot dat een volgende coalitie al vroeg in de rit moet bijsturen.
De vraag is dus of politieke partijen bereid zijn om die maatregelen te nemen en aan de kiezer voor te stellen die op de lange termijn Nederland echt verder helpen of kiezen ze toch weer voor de gebruikelijke verkiezingsrethoriek? We gaan het in de aankomende weken zien…
Zie jij door de bomen het fiscale bos niet meer?

