
Het kabinet voelt niets voor een verlenging van de boetepauze bij schijnzelfstandigheid. Dat blijkt uit het recente antwoord van de staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer. Voor fiscale en HR-afdelingen is dit relevant. Want 2025 is een overgangsjaar, maar per 1 januari 2026 vervalt de zachte landing en komen boetes terug. In dit artikel zetten we de hoofdpunten en acties op een rij.
Geen verlenging boetepauze
Het demissionaire kabinet vindt een extra jaar boetepauze “niet wenselijk”. Verlenging zou de aanpak van schijnzelfstandigheid ondermijnen en een verkeerd signaal geven aan organisaties die wél netjes handelen. Daarnaast speelt de Europese context: uitstel kan botsen met het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en financiële risico’s opleveren.
Wat gold in 2025: zachte landing met ingroeimodel
Sinds 1 januari 2025 is het handhavingsmoratorium voor loonheffingen opgeheven. Er geldt een ingroeimodel tot 2030. In 2025 gold een zachte landing:
- Risicogericht toezicht startte in beginsel met een bedrijfsbezoek.
- De Belastingdienst richtte boekenonderzoeken in beginsel op de meest recente tijdvakken.
- Over 2025 werden geen boetes opgelegd.
Let op: naheffingen loonheffingen kunnen sinds 1 januari 2025 weer met terugwerkende kracht worden opgelegd, maar slechts terug tot die datum. Voor perioden vóór 2025 kan dit alleen bij kwaadwillendheid of het niet opvolgen van een eerdere aanwijzing.
Wat verandert per 1 januari 2026
Vanaf 2026 vervalt de boetepauze en kan de Belastingdienst weer boetes opleggen bij schijnzelfstandigheid. Ook vervallen de uitgangspunten van de zachte landing. Inspecties hoeven dus niet meer te beginnen met een bedrijfsbezoek en ook niet per se op het meest recente tijdvak te focussen. Het ingroeimodel zelf blijft doorlopen tot 2030. In 2030 kan weer tot vijf jaar worden gecorrigeerd.
Waarom het kabinet niet verlengt
De staatssecretaris noemt vier hoofdlijnen:
- Gelijk speelveld: uitstel ontmoedigt “goed gedrag” en frustreert organisaties die al hebben ingericht op werken met het juiste contract.
- Bescherming werkenden: aanpak van uitbuiting en misbruik vraagt normale handhaving.
- Beheersing stelselrisico’s: schijnzelfstandigheid vergroot druk op sociale en fiscale stelsels.
- HVP-mijlpaal: verlengen kan door Brussel worden opgevat als het terugdraaien van een mijlpaal, met mogelijke korting op HVP-middelen.
Conclusie: boetepauze wordt niet verlengd
De boodschap is duidelijk: de boetepauze wordt niet verlengd. 2025 bood ruimte om te wennen, 2026 vraagt om volledige naleving. Wil je meer weten over de huidige situatie met betrekking tot schijzelfstandigheid? Kijk dan ons webinar over schijnzelfstandigheid terug.
Heb jij ook vragen over de fiscale implicaties van schijnzelfstandigheid?

