
De Studiegroep Begrotingsruimte pleit in haar rapport “De toekomst begint nu” voor een nieuwe aanpak van de begrotingsbesluitvorming. De kern van de aanbeveling: het kabinet moet de jaarlijkse keuzes over inkomsten en uitgaven samen nemen, en wel in het voorjaar. Deze werkwijze biedt meer grip op de begroting, bevordert consistent beleid en maakt de begrotingssystematiek duidelijker en beter beheersbaar.
Huidige situatie: gefragmenteerde besluitvorming
Op dit moment verloopt de begrotingsbesluitvorming versnipperd. In het voorjaar bespreekt het kabinet de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB), maar de grote keuzes over uitgaven en lasten schuiven vaak door naar het najaar. Pas bij het opstellen van de Miljoenennota worden veel van de fiscale en budgettaire vraagstukken beslist.
Volgens de Studiegroep leidt deze werkwijze tot onnodige complexiteit. Politieke wensen en maatschappelijke druk leiden in de tussenliggende maanden vaak tot aanvullende maatregelen, waardoor de begrotingsdiscipline verslapt. Ook is de samenhang tussen inkomsten en uitgaven in veel gevallen beperkt zichtbaar.
Voorstel: integrale besluitvorming in het voorjaar
De Studiegroep stelt voor om het begrotingsproces anders in te richten. Het kabinet zou jaarlijks in het voorjaar, na publicatie van de CPB-ramingen, een geïntegreerd besluit moeten nemen over:
- de verdeling van de uitgavenruimte over departementen;
- de verdeling van de lasten over burgers en bedrijven;
- de eventuele aanpassing van begrotingsregels, zoals het uitgavenkader.
Door dit besluitmoment centraal te stellen, ontstaat er meer consistentie in het beleid. Politieke keuzes worden in samenhang genomen. Dat maakt het makkelijker om afwegingen expliciet te maken, bijvoorbeeld tussen extra investeringen en een verhoging van belastingen.
Voordelen van deze aanpak
De voorgestelde werkwijze heeft meerdere voordelen, die de Studiegroep als volgt samenvat:
- Meer transparantie
Door inkomsten en uitgaven tegelijkertijd vast te stellen, wordt duidelijk hoe beleidskeuzes worden gefinancierd. Dat vergroot de controleerbaarheid en maakt het begrotingsproces begrijpelijker voor parlement en publiek. - Betere voorbereiding van de Miljoenennota
Als de hoofdlijnen al in het voorjaar zijn bepaald, ontstaat er meer rust en ruimte om de Miljoenennota zorgvuldig op te stellen. Dat versterkt de kwaliteit van de begrotingsstukken en vermindert de kans op last-minute aanpassingen. - Versterking van begrotingsdiscipline
Een eenduidig besluitmoment voorkomt dat lopende discussies gedurende het jaar tot extra uitgaven of fiscale aanpassingen leiden. Dat helpt om afspraken te respecteren en begrotingsregels consistent toe te passen. - Verduidelijking van verantwoordelijkheden
Het kabinet legt in één keer verantwoording af over het totaal van de beleidskeuzes. Dat maakt duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is, en voorkomt dat fiscale maatregelen of uitgavenbesluiten als losstaande politieke transacties worden gepresenteerd.
Aanvullend advies: actualiseren van het uitgavenkader
Naast het voorstel voor één centraal besluitmoment, adviseert de Studiegroep om het uitgavenkader elk jaar opnieuw vast te stellen. Dat kader bepaalt hoeveel geld het kabinet in totaal kan uitgeven. Door het jaarlijks te herijken op basis van nieuwe economische inzichten, ontstaat er meer flexibiliteit en realiteitszin in het beleid.
Deze jaarlijkse actualisatie vervangt niet het meerjarenperspectief, maar zorgt ervoor dat het kabinet sneller kan inspelen op veranderingen in bijvoorbeeld economische groei, renteontwikkelingen of demografische trends.
Geleidelijke invoering mogelijk
De Studiegroep erkent dat de nieuwe werkwijze tijd en voorbereiding vraagt. De aanpak moet daarom zorgvuldig worden ingevoerd, met voldoende ruimte voor parlementaire controle en betrokkenheid van ministeries. Het doel is niet om snelheid te forceren, maar om de kwaliteit van de besluitvorming structureel te verbeteren.
Conclusie: meer grip op de begroting
De Studiegroep Begrotingsruimte doet een concreet voorstel om het begrotingsproces overzichtelijker en effectiever te maken. Door jaarlijks in het voorjaar een samenhangend besluit te nemen over inkomsten en uitgaven, ontstaat er meer grip op het begrotingsbeleid. Dit versterkt de transparantie, voorkomt versnippering en helpt het kabinet om op een verantwoorde manier te sturen op financiële stabiliteit.
Wil jij ook meer grip op je begroting?

