
PVV-leider Geert Wilders heeft de stekker uit het kabinet Schoof getrokken. Wat zijn de mogelijke fiscale consequenties?
Fiscale gevolgen in 2025
De directe fiscale gevolgen van de kabinetsval zijn voor het lopende jaar 2025 vrij beperkt. De meeste belastingmaatregelen voor 2025 zijn immers al vastgesteld en goedgekeurd door de Eerste Kamer. Zo is het belastingtarief op het laagste inkomensdeel verlaagd naar 35,82% en is de arbeidskorting licht gestegen, wat werkenden enige verlichting biedt. Tegelijkertijd is de zelfstandigenaftrek verder afgebouwd naar € 2.470, en blijven de plannen voor strengere handhaving op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025 overeind. Voor vermogens blijft het heffingsvrije bedrag in box 3 op € 57.000 en het tarief op 36%.
De komende weken zal de Tweede Kamer een lijst opstellen van controversiële onderwerpen. Dat zijn wetsvoorstellen en beleidsdossiers die door de val van het kabinet worden ‘bevroren’ tot een nieuw kabinet aantreedt.
Hervorming Box 3
Of de hervorming van box 3 daaronder valt, is nog onduidelijk. Volgens onze fiscale expert is dat echter niet waarschijnlijk: “Box 3 is een brandend huis waarover iedereen het eens is dat deze brand snel moet worden geblust.” Die brede politieke consensus kan ertoe leiden dat hervormingen op dit vlak ondanks de demissionaire status toch doorgang vinden.
Daarnaast zijn enkele ondernemersmaatregelen vastgesteld, zoals het behoud van de mkb-winstvrijstelling op 12,7% en een verlaging van het hoge box 2-tarief naar 31%. Ook accijnsverlagingen op brandstoffen blijven gewoon nog van kracht, en huishoudens profiteren in 2025 van een kleine verlaging van de energiebelasting op aardgas.
Grote hervormingen uitgesteld
Toch is de onzekerheid niet verdwenen. De val van het kabinet bemoeilijkt de uitvoering van grotere fiscale hervormingen, zoals de aanpassing van het toeslagenstelsel of verdere hervorming van box 3. Grote beslissingen worden vermoedelijk doorgeschoven naar een volgend kabinet, wat investeerders en ondernemers voorlopig in de wachtstand zet.
Een sobere Prinsjesdag
Prinsjesdag 2025, gepland op 16 september, zal een sobere bedoening zijn. Het demissionaire kabinet zal weliswaar de Miljoenennota en Rijksbegroting voor 2026 presenteren, maar volgens de regels mogen er geen nieuwe grote beleidskeuzes worden gemaakt. De Troonrede zal vooral bestaande lijnen bevestigen, zonder veel ruimte voor toekomstgerichte plannen.
Op 25 april heeft het inmiddels demissionaire kabinet de ‘Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025’ naar de Tweede Kamer gezonden. Het bevat onder meer een overzicht van wetsvoorstellen die deel gaan uitmaken van het pakket Belastingplan 2026.
Diverse wetsvoorstellen daarvan zijn politiek niet controversieel, zoals de ‘Wet terugdraaien afschaffing verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport’. Deze is er immers juist op aandrang van de oppositie gekomen. Ook zijn er enige wetsvoorstellen die hun grond vinden in internationale regelgeving en door de EU-lidstaten of OESO-staten nog in de nationale wetgeving moeten worden opgenomen. Voorbeelden zijn de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9), Tweede wet aanpassingen Wet minimumbelasting 2024 en Wetsvoorstel uitvoering Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM).
Rust in de fiscale tent?
Voor de belastingbetaler blijven de directe gevolgen van het vallen van het kabinet Schoof in 2025 vooralsnog beperkt. De grote veranderingen zullen pas komen als er een nieuw kabinet is gevormd. Tot die tijd blijft het bij bijsturen, niet bijstorten.
Een Blik op Fiscaliteit
De dymanische wereld van belastingen nader bekeken.
