
In het NOB rapport ‘Knelpunten in Kaart 2025’ beschrijft de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) meerdere tekortkomingen op het gebied van rechtsbescherming van belastingplichtigen. In dit artikel gaan we daarom dieper in op de knelpunten op het gebied van rechtsbescherming. Volgens het rapport schort daar namelijk wel het een en ander aan.
Drie aandachtspunten
Volgens het NOB rapport springen drie specifieke punten in het oog die om aanpassing van wet- en regelgeving vragen:
- Geen spontane uitwisseling van gegevens zonder tegenbewijsregeling
- Gebrek aan rechtsmiddel bij vooroverleg
- Rechtsbescherming bij langdurige boekenonderzoeken ontbreekt
Behoefte aan tegenbewijsregeling bij substancetoets
Een belangrijk knelpunt betreft de strikte toepassing van de substancetoets bij de automatische uitwisseling van informatie over dienstverleningslichamen. De substancetoets wordt momenteel namelijk zonder ruimte voor tegenbewijs toegepast, wat onwenselijke gevolgen heeft.
De substancetoets beoordeelt of een buitenlandse vennootschap voldoende feitelijke aanwezigheid en economische activiteiten heeft in haar vestigingsland. Dit is relevant voor Nederlandse fiscale regelingen zoals de inhoudingsvrijstelling voor dividendbelasting, de bronbelasting op rente en royalty’s en de CFC-regeling.
NOB pleit voor tegenbewijsregeling
Volgens de NOB moet uitwisseling van gegevens niet zonder meer plaatsvinden als wordt voldaan aan de definitie van een dienstverleningslichaam. De Orde pleit dus voor een tegenbewijsregeling waarin belastingplichtigen de gelegenheid krijgen om aan te tonen dat er geen sprake is van kunstmatige structuren. De huidige toepassing leidt tot een onevenredige belasting van legitieme internationale structuren.
Geen rechtsmiddel bij vooroverleg
Daarnaast signaleert de Orde een gemis aan rechtsbescherming bij het verkrijgen van een standpunt naar aanleiding van een verzoek tot vooroverleg. Belastingplichtigen kunnen tegen een ongunstig standpunt van de Belastingdienst geen bezwaar of beroep instellen.
Dit betekent dat zij afhankelijk zijn van de bereidheid van de inspecteur, zonder dat sprake is van rechtszekerheid of toegang tot een rechter. De NOB pleit dan ook voor de invoering van een rechtsmiddel in situaties waarin de Belastingdienst een standpunt inneemt in het kader van vooroverleg.
Langdurige boekenonderzoeken zonder bescherming
Ten slotte wijst de Orde op het ontbreken van rechtsbescherming bij (langdurige) boekenonderzoeken. In de praktijk kunnen deze onderzoeken jaren duren zonder dat formele rechtsmiddelen openstaan voor belastingplichtigen om opheldering of afsluiting te eisen. De NOB acht het noodzakelijk dat belastingplichtigen bescherming krijgen tegen langdurige onzekerheid en pleit voor wettelijke termijnen of andere waarborgen die excessieve duur van onderzoeken tegengaan.
Hoe nu verder?
De NOB stelt vast dat er sprake is van structurele knelpunten op het gebied van rechtsbescherming van belastingplichtigen. Zij roept de wetgever en de Belastingdienst op om concrete maatregelen te treffen, zoals het invoeren van tegenbewijsregelingen, rechtsmiddelen bij vooroverleg en beschermende termijnen bij onderzoeken. Alleen zo kan het vertrouwen in de fiscale rechtsorde worden hersteld en geborgd.
Welke rechtsbescherming heb je eigenlijk als ondernemer?

