
De toekomst is nu en regeren is vooruit zien. Daarom adviseert de Studiegroep Begrotingsruimte het kabinet om bij elke begroting al rekening te houden met structurele uitgaven voor vergrijzing, klimaat en defensie. Deze drie ontwikkelingen zorgen de komende decennia immers voor een blijvende stijging van de overheidsuitgaven. Door ze nu al zichtbaar te maken in het begrotingsbeleid, ontstaat er ruimte voor tijdige, onderbouwde keuzes. Zo blijft de begroting houdbaar voor de toekomst.
Wat is langetermijnbegrotingsbeleid?
Langetermijnbegrotingsbeleid betekent dat de overheid niet alleen kijkt naar de komende kabinetsperiode, maar ook naar structurele uitgaven die zich later aandienen. De Studiegroep raadt aan om bij begrotingen voor Nederland expliciet rekening te houden met verwachte kosten tot minstens 2040.
Belangrijke elementen in zo’n langetermijnvisie zijn:
- Demografische veranderingen (zoals vergrijzing),
- Klimaatmaatregelen (zoals de energietransitie),
- Internationale verplichtingen (zoals NAVO-normen voor defensie).
- Vergrijzing in Nederland: stijgende zorg- en AOW-kosten
Door de vergrijzing groeit het aantal mensen boven de pensioengerechtigde leeftijd. De AOW-uitgaven stijgen, net als de zorgkosten. Tegelijk neemt het aantal werkenden af. Hierdoor komt de verhouding tussen belastingbetalers en uitkeringsontvangers onder druk te staan.
De Studiegroep adviseert het kabinet om hier nu al op te anticiperen. Mogelijke beleidsopties zijn:
- geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd,
- aanpassing van het zorgpakket,
- verschuiving van belastingdruk naar andere inkomensbronnen.
- Klimaatbeleid: structurele kosten, geen eenmalige uitgaven
Nederland heeft zich verbonden aan het Klimaatakkoord van Parijs. Dat betekent investeringen in duurzame energie, woningverduurzaming, infrastructuur en innovatie. Deze kosten zijn niet tijdelijk, maar keren structureel terug op de begroting.
De Studiegroep raadt aan om klimaatkosten standaard op te nemen in meerjarenramingen. Hierdoor wordt het zichtbaar hoe deze uitgaven zich verhouden tot andere prioriteiten, zoals onderwijs of veiligheid.
- Defensie-uitgaven: voldoen aan internationale normen
De NAVO-norm schrijft voor dat landen minstens 2% van hun bbp uitgeven aan defensie. Nederland ligt hier nog onder. De Studiegroep verwacht dat de defensiebegroting moet groeien richting 3 tot 3,5% van het bbp. Dit vraagt om structurele financiering voor materieel, personeel en operationele inzet.
Door deze groei nu al te verwerken in begrotingsramingen, blijft het mogelijk om dit doel stap voor stap te bereiken.
Waarom is dit nu relevant voor het Nederlandse begrotingsbeleid?
Door vergrijzing, klimaat en defensie als aparte posten in de meerjarenbegroting op te nemen, krijgen beleidsmakers beter inzicht in hoe langetermijnkeuzes doorwerken. De Studiegroep pleit daarbij voor transparantie, robuuste scenario’s en toetsing op brede welvaart.
Belangrijke redenen om dit nu te doen:
- het voorkomt financiële verrassingen;
- het maakt het makkelijker om prioriteiten te stellen;
- het helpt om toekomstige lasten eerlijk te verdelen tussen generaties.
Aanbevelingen van de Studiegroep
De Studiegroep Begrotingsruimte doet de volgende voorstellen:
- Werk met jaarlijkse langetermijnramingen;
- Maak structurele uitgaven zichtbaar bij elke begroting;
- Gebruik buffers of fondsen om toekomstige uitgaven op te vangen;
- Laat het CPB deze structurele kosten standaard meenemen in zijn analyses.
Conclusie: langetermijnbegrotingsbeleid is essentieel
Vergrijzing, klimaatbeleid en defensie-uitgaven zorgen de komende jaren voor structurele druk op de rijksbegroting. Door deze kosten nu al een plek te geven in het langetermijnbegrotingsbeleid, behoudt de overheid controle en creëert ze ruimte voor keuzes. Volgens de Studiegroep is dit essentieel om het Nederlandse begrotingsbeleid toekomstbestendig te maken.
Heb jij vragen over de fiscale gevolgen van vergrijzing?

