Belangenorganisatie Privacy First vecht sinds vorig jaar met een kort geding tegen de Nederlandse Staat het UBO-register aan. In het openbare register kan iedereen achterhalen wie de uiteindelijke belanghebbenden zijn van bijvoorbeeld een vennootschap. Bijvoorbeeld aandeelhouders met een belang van meer dan 25 procent zijn te vinden in het register. Ook bestuurders van stichtingen of kerkelijke organisaties zijn te vinden.
Niet proportioneel
De privacy-organisatie wil dat het UBO-register buiten werking wordt gesteld. Het register werd ingesteld om financiële criminaliteit zoals witwassen, belastingontduiking en terrorismefinanciering tegen te gaan. Maar al bij de aankondiging van de plannen voor het register zijn er zorgen over privacy omdat het register door iedereen tegen betaling is te raadplegen, schrijft NOS.
Daar kan men de naam, geboortemaand, het geboortejaar en de nationaliteit van de UBO (Ultimate Benificial Owners) vinden. “De privacyschending die het gevolg is van het UBO-register en de openbare toegankelijkheid van gevoelige gegevens is niet proportioneel”, zegt Privacy First.
Bedreigend
Zo’n 1,5 miljoen juridische entiteiten die in het Handelsregister staan ingeschreven moeten informatie over hun UBO’s openbaar maken. Vaak zijn er meerdere uiteindelijke belanghebbenden. Volgens de advocaat van Privacy First, Otto Volgenant, zullen tussen de 1 en 2 miljoen mensen worden geregistreerd. “Er zijn heel veel mensen die het heel vervelend vinden.”
Volgens de advocaat is het voor veel mensen bedreigend wanneer hun persoonsgegevens en financiële data voor iedereen openbaar worden gemaakt. Dat vinden bijvoorbeeld aandeelhouders van familiebedrijven en bestuurders van kerkgenootschappen. “Die zeggen: ik ben wel bestuurder van een kerk of synagoge maar dat hoeft niet per se geregistreerd te worden.”
Deadline
Nieuwe inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel moeten de informatie sinds september vorig jaar verstrekken. Voor bestaande inschrijvingen geldt een deadline van 27 maart 2022. Privacy First stelt dat het niet nodig is om het register openbaar te maken voor iedereen maar dat is juist een eis van de Europese Commissie. Dit staat vermeld in een Europese anti-witwasrichtlijn.
Daarom is de verwachting dat de Nederlandse rechter eerst een Europese rechter zal vragen de wetgeving te beoordelen. Of de deadline van 27 maart 2022 zal worden gehaald is dus nog maar de vraag. Privacy First was eerder al succesvol met rechtszaken tegen de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie en het Systeem Risico Indicatie (SyRI), aldus NOS.
Bron: NOS