De inkomsten uit belastingen hebben een plafond bereikt in een groot aantal landen, waaronder Nederland. Sinds 2009 vormden belastingen een jaarlijks groeiend aandeel van het bruto binnenlands product (bbp), maar in 2018 kwam een eind aan die groei. Dat blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Flinke dalingen in vijftien OESO-landen
In 2018 kwam het gemiddelde aandeel van belastingopbrengsten in OESO-lidstaten uit op 34,3 procent, vrijwel ongewijzigd van 34,2 procent in 2017. In negentien landen steeg de zogeheten belasting-bbp ratio, maar dat werd gecompenseerd door flinke dalingen in vijftien andere landen, waaronder de Verenigde Staten. “Dit beëindigt de trend van jaarlijkse stijgingen in de belasting-bbp ratio sinds de financiële crisis,” schrijft de OESO.
De ontwikkeling in Nederland sluit aan bij het gemiddelde van de OESO-lidstaten. In 2018 was de belasting-bbp ratio 38,8 procent, net iets hoger dan de 38,7 procent van 2017. In de meeste OESO-landen kwam het aandeel belastingopbrengsten in 2018 uit tussen de 30 en 40 procent. Frankrijk, Denemarken, België en Zweden hadden een percentage boven 43 procent. Mexico, Chili, Ierland, de VS en Turkije hadden een percentage van minder dan 25 procent.
Groei van aandeel bedrijfsbelastingen
De cijfers van de OESO laten ook zien dat het percentage bedrijfsbelastingen is toegenomen. Sinds 2014 groeit het aandeel winst- en vennootschapsbelasting jaarlijks. Inmiddels gaat het om een gemiddelde van 9,3 procent van de totale belastinginkomsten in OESO-landen. Voor het eerst sinds 2008 is het percentage hoger dan 9 procent.