De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) stelt dat de in te voeren bronbelasting op renten en royalty’s naar laag belastende landen maximaal 15 procent mag bedragen. En ook na de recente nota van wijziging is er nog steeds sprake van een overkill in de hybridebepalingen. De aanbeveling is om deze weg te nemen door het fiscale kwalificatiebeleid aan te passen.
Laag belastende landen
De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat betalingen van dividend naar landen die weinig of zelfs geen belasting heffen, door Nederland kunnen worden belast. Het is namelijk vooralsnog mogelijk in bepaalde gevallen binnen concernverband dividenden te betalen aan ontvangers in laag belastende landen zonder dat deze belast zijn.
Uit overleg met De Nederlandsche Bank is bovendien gebleken dat de (potentiële) dividendstroom naar deze landen, naast renten en royalty’s, in elk geval tot 2018 groter is dan eerder ingeschat. Wanneer de ontvanger van het dividend is gevestigd in een land waarmee geen verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is gesloten wordt er 15 procent dividendbelasting ingehouden. Ongeacht het een laag belastend land betreft of niet.
Wet op de dividendbelasting
Als er wel een dergelijk verdrag is gesloten kan er onder bepaalde voorwaarden gebruik worden gemaakt van de zogenaamde inhoudingsvrijstelling. Dat is bepaald in de Wet op de dividendbelasting. Die wet bevat daarbij diverse antimisbruikbepalingen. Waaronder bepalingen die zijn gericht op situaties waar hybride entiteiten bij zijn betrokken.
Als je het gebruik van de inhoudingsvrijstelling onmogelijk wil maken in situaties waar laag belastende landen bij zijn betrokken, dan ligt het meer voor de hand om de Wet op de dividendbelasting aan te scherpen op dit punt. Met het wetsvoorstel dienen nu tweemaal antimisbruikbepalingen en anti-hybride bepalingen te worden getoetst. Waarbij met name de anti-hybridebepalingen tot gevolgen kunnen leiden die niet in lijn zijn met de genoemde doelstelling van het concept, aldus de NOB.
Nederlands vestigingsklimaat
Er is daarnaast ook bewust gekozen om het tarief van de dividendbelasting te verlagen van 25 procent naar 15 procent om het Nederlandse vestigingsklimaat te verbeteren. De gecompliceerde anti-hybridebepalingen kunnen ervoor zorgen dat ondernemingen die, gezien de doelstelling van de wet, niet getroffen zouden moeten worden, Nederland toch links gaan laten liggen, schrijft de NOB.
Gegeven de doelstelling van het concept en de ontwikkelingen binnen de OESO is er geen aanleiding dividenden te belasten naar een hoger tarief dan 15 procent conform de bestaande dividendbelasting, aldus de Orde.